Paus Franciscus: wie is er bang om zijn handen vuil te maken?


Op 10 september 2013 bracht Paus Franciscus een bezoek aan het Centro Astalli, een vluchtelingenhuis van de Italiaanse afdeling van de Jesuit Refugee Service, in hartje Rome. Hieronder vindt u de Nederlandse vertaling van zijn toespraak (integrale versie).
Beste broeders en zusters, goede middag!
Allereerst groet ik jullie, mannen en vrouwen, die vluchtelingen zijn. We hoorden zojuist de verhalen van Adam en Carol; bedankt voor jullie krachtige getuigenissen.
Ieder van jullie, lieve vrienden, draagt een geschiedenis mee die spreekt van de tragedies van oorlog en conflicten – vaak gekoppeld aan de internationale politiek. Maar ieder van jullie draagt, bovenal, een menselijke en religieuze rijkdom; een rijkdom om te ontvangen, niet om te vrezen. Velen van jullie zijn moslims of van andere godsdiensten; jullie komen uit verschillende landen, uit verschillende situaties. We moeten niet bang zijn voor deze verschillen! Broederschap doet ons ontdekken dat ze een rijkdom vertegenwoordigen, een geschenk voor iedereen! Wij beleven de broederschap!
Rome! Na Lampedusa en de andere plaatsen van aankomst, is onze stad voor veel mensen de tweede fase. Vaak - zoals we hoorden - is het een moeilijke, uitputtende reis; soms zelf gewelddadig. Ik denk vooral aan de vrouwen, de moeders, die dit doorstaan om een toekomst voor hun kinderen te verzekeren, in de hoop op een ander leven voor henzelf en hun familie. Rome moet de stad zijn die het u toestaat om de menselijke dimensie te herontdekken, om weer opnieuw te kunnen lachen. In plaats daarvan worden velen bij wie “internationale bescherming” op hun verblijfsvergunning geschreven staat vaak, zowel hier als elders, gedwongen te leven in harde omstandigheden. Zij worden soms vernederd en hebben niet de mogelijkheid een passend leven te beginnen, te denken aan een nieuwe toekomst!
Daarom, dank aan allen die, zowel hier in dit centrum als in andere kerkelijke, openbare en particuliere organisaties, werken om deze personen te verwelkomen volgens een plan. Bedankt pater Giovanni en zijn collega jezuïeten. Bedankt ook aan jullie, werknemers, vrijwilligers, donateurs, die niet alleen materiële steun verlenen of tijd beschikbaar stellen, maar die proberen een relatie aan te gaan met asielzoekers en vluchtelingen en deze mensen erkennen als personen; die zich inzetten om concrete antwoorden te vinden op hun behoeften. Houd de hoop altijd levend! Help om het vertrouwen te herstellen! Laat zien dat door gastvrijheid en broederschap een venster op de toekomst kan worden geopend - niet alleen maar een venster, maar een deur en zelfs meer!
Het is prachtig dat zij die hier bij de jezuïeten werken voor de vluchtelingen niet alleen christelijke mannen en vrouwen zijn, maar ook niet-gelovigen en aanhangers van andere godsdiensten. Wij zijn verenigd in de naam van het algemeen belang, dat voor ons christenen de uitdrukking is van de liefde van de Vader in Jezus Christus. De heilige Ignatius van Loyola wilde dat een ruimte zou worden ingericht om de armsten te ontvangen in het gebouw waar hij woonde in Rome. In 1981 richtte pater Arrupe de ‘Jesuit Refugee Service’ op en wilde dat het Romeinse hoofdkwartier juist in dat gebouw zou zijn, in het hart van de stad. 
Dienen, begeleiden, verdedigen: de drie woorden die het werkprogramma van de jezuïeten en hun medewerkers samenvatten.
Dienen
Dienen – Wat betekent dat? Dienen betekent de persoon die aankomt met zorg verwelkomen; het betekent te bukken om de hand te reiken aan hem of haar in nood, zonder voorbehoud, zonder angst, met invoelingsvermogen en begrip – zoals Jezus bukte om de voeten te wassen van de apostelen. Dienen betekent te werken naast de meest behoeftigen en om boven alles menselijke betrekkingen met hen aan te gaan, hen nabij te zijn en zo te komen tot solidariteit. Solidariteit, een woord dat angst oproept in de meer ontwikkelde wereld. Men probeert het niet te gebruiken; het is bijna een vies woord geworden. Maar voor ons is het een oproep! Dienen betekent de verzoeken om gerechtigheid te erkennen en te verwelkomen – verzoeken geuit in hoop – en samen te zoeken naar concrete wegen van bevrijding.
De armen leren ons ook op buitengewone wijze over God: hun kwetsbaarheid en eenvoud ontmaskeren ons egoïsme, onze valse zekerheden, onze pretenties dat we het helemaal zelf kunnen redden. Zij leiden ons naar de ervaring van de nabijheid en tederheid van God, leren ons zijn liefde te ontvangen en zijn genade die er een is van een Vader die, met discretie en geduldig vertrouwen, zorgt voor ons, voor ons allemaal.
Vanaf deze plaats van onthaal, van bijeenkomst en van dienstverlening zou ik willen vragen aan jullie allen, iedereen die in dit bisdom Rome woont, om jezelf de vraag te stellen: buk ik mij naar iemand in moeilijkheden of ben ik bang om mijn handen vuil te maken? Ben ik gefocust op mezelf, of heb ik aandacht voor hen die mijn hulp nodig hebben? Dien ik alleen mezelf of ben ik in staat om anderen te dienen zoals Christus die kwam om te dienen zelfs tot aan de dood toe? Kijk ik hen die vragen om gerechtigheid in de ogen of kijk ik de andere kant op?
Begeleiden
Begeleiden – In de afgelopen jaren heeft het ‘Centro Astalli’ een hele weg afgelegd. In het begin bood het diensten met betrekking tot de allereerste opvang: een refter, een plek om te slapen, rechtsbijstand. Later leerde het om personen te begeleiden in hun zoektocht naar werk en sociale integratie. En weer later organiseerde het ook culturele activiteiten, om zo bij te dragen tot de ontwikkeling van een cultuur van gastvrijheid, samenkomst en solidariteit; te beginnen met de bescherming van de mensenrechten. Gastvrijheid alleen is niet genoeg. Het is niet genoeg om een broodje te geven als dit niet gepaard gaat met de mogelijkheid om te leren op eigen benen te staan. Liefdadigheid die de armen laat zoals ze zijn, is niet genoeg. De echte genade, die God ons geeft en leert, roept op tot gerechtigheid zodat de armen de weg vinden, zodat ze niet langer arm zijn. Zij roept ons, de Kerk, de stad Rome, de instellingen op zodat niemand meer behoefte heeft aan een refter, aan noodopvang, aan rechtsbijstand. Dat het recht op leven en werken erkend wordt, dat iedereen zich volledig kan ontplooien. Adam zei: “Wij, vluchtelingen, hebben de plicht om ons best te doen in Italië te worden geïntegreerd.” En integratie is een recht! Carol zei: “Syriërs in Europa voelen de grote verantwoordelijkheid om niet tot last te zijn. We willen een actieve rol spelen in een nieuwe samenleving.” Ook dit is een recht! Kijk, deze verantwoordelijkheid is de ethische basis; de kracht die samen opbouwt. Ik vraag me af: begeleiden we op deze manier?
Verdedigen
Verdedigen – Dienen, begeleiden betekent ook verdedigen; het betekent aan de kant van de zwakste staan. Hoe vaak verheffen we onze stem om onze eigen rechten te verdedigen? … en hoe vaak laten de rechten van anderen ons onverschillig? Hoe vaak kiezen we er voor om niet de spreekbuis te zijn hen van die - net als jullie - hebben geleden en nog steeds lijden. Jullie van wie de rechten vertrapt zijn, die zoveel geweld meegemaakt hebben dat zelfs het verlangen naar gerechtigheid verstikt is!
Het is belangrijk voor de hele Kerk dat het onthaal van armen en de bevordering van rechtvaardigheid niet alleen toevertrouwd wordt aan “specialisten”, maar dat dit de aandacht krijgt van het hele pastoraat, onderdeel uitmaakt van de vorming van toekomstige priesters en religieuzen, van de normale inzet van alle parochies, bewegingen en kerkelijke groepen. In het bijzonder – dit is belangrijk en ik zeg het uit mijn hart – wil ik ook de religieuze instituten uitnodigen om serieus en verantwoord deze “tekenen des tijds" te lezen. De Heer roept ons om met meer moed en edelmoedigheid gastvrij te zijn in gemeenschappen, in huizen, in lege kloosters ... . Dierbare mannelijke en vrouwelijke religieuzen, lege kloosters zijn nutteloos voor de kerk als ze worden omgebouwd tot hotels om geld mee te verdienen. De lege kloosters zijn niet van ons, ze behoren aan het vlees van het lichaam van Christus – de vluchtelingen. De Heer roept ons om met vrijgevigheid en moed de gastvrijheid in de lege kloosters te beleven. Dat is zeker niet eenvoudig; we hebben behoefte aan criteria, verantwoordelijkheid, maar ook aan moed. We doen al veel, maar misschien zijn we geroepen om meer te doen: gastvrij en vastberaden te delen wat de Voorzienigheid ons gegeven heeft. We moeten de verleiding van spirituele wereldsheid overwinnen en dicht bij eenvoudige mensen staan, vooral de minsten. We hebben behoefte aan gemeenschappen van solidariteit die de naastenliefde concreet in de praktijk brengen!
Elke dag staan hier en in andere centra zo veel mensen, vooral jongeren, in de rij voor een warme maaltijd. Deze mensen herinneren ons aan het lijden en tragedies van de mensheid. Maar die rijen vertellen ons ook dat het mogelijk is voor ons allemaal om nu iets te doen. Het volstaat om op de deur te kloppen en te zeggen: “Hier ben ik. Hoe kan ik helpen?”

Reacties

Meest gelezen

Ignatius van Loyola legt uit hoe je, met een té drukke agenda, toch je rust kan bewaren

Homo-zegen: heeft paus Franciscus zich vergist? Enkele bedenkingen van Nikolaas Sintobin sj

Hoe paus Franciscus reageert op zijn eigen, spontane woede - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor de derde zondag van de 40-dagentijd

Rik Torfs over jezuïetenhumor: het verschil tussen Kardinaal Müller en Nikolaas Sintobin sj

Over geluk dat niemand je kan afpakken - Het getuigenis van Etty Hillesum

Wat doet de Paus daar toch met die opgestoken vinger? - Heerlijke videobeelden

Het verschil tussen geestelijke vreugde en het “je lekker voelen”

Hoe handelen als je slecht nieuws krijgt: het voorbeeld van Ignatius van Loyola - Ignatiaans leiderschap (7/10)